Dierencarnaval

Afgelopen donderdag leerden we in de Rupsenklas het lied: Op de boerderij. 

Op de boerderij daar woont een boer, 

Boer zijn is een hele toer. 

's Ochtends vroeg op met de koeien op,

want de koeien die loeien (boe). 

Op de boerderij, daar leggen alle kippen een ei. 

Daar lopen alle dieren in de wei en de koe die loeit boe (boe). 

 

Daarna gingen we met elkaar in de binnen- en buitenkring.  

We kregen van juf per tweetal vier kaartjes met vier dieren erop. Een leeuw, een schildpad, kuikentjes en een groepje hanen. We gingen om de beurt het geluid van die dieren nadoen: een hele hard schreeuwende leeuw, een schildpad die je heel zachtjes hoort, de kuikentjes die hele drukke, hoge piepgeluiden maken en hanen die stevig kakelen. Zo ontdekten we met elkaar welke dieren hard/zacht of hoog/laag klinken.


Daarna gingen we luisteren naar vier fragmenten uit het Carnaval des Animaux van Saint Saens en het ballet van kuikens van Moessorgsky. Met ons maatje gingen we heel goed luisteren welk dier bij welk geluid hoorde. En dat was soms best lastig...  Want daar moet je hele goed oren voor hebben!!